
Uw reisroute
Dag 2 tot en met 4 – Melkbosstrand en Kaapstad
Melkbosstrand
Onze tweede dag beginnen we met een lekker ontbijt waarna we onze campers op gaan halen. We beginnen de reis rustig met een korte rit naar Melkbosstrand. Vanavond hebben we samen een welkomstdiner.
Kaapstad
Op dag drie staat een dagtour naar Kaapstad op het programma.Kaapstad, ook wel de ‘Moederstad’ genoemd, is halverwege de 17e eeuw gesticht als verversingsstation voor de VOC en uitgegroeid tot één van de mooiste steden ter wereld. De majestueuze Tafelberg prijkt trots boven de binnenstad en ten zuiden van de stad strekken de berglandschappen zich uit. In het levendige centrum van de stad zijn oude opslaghuizen omgebouwd tot een wirwar van terrasjes, restaurants en boetiekjes; de ideale plek voor een avond uit. In de oceanen leven walvissen, witte haaien en pelsrobben en de stranden worden bevolkt door waggelende pinguïns. Net ten zuiden van de stad vindt u sfeervolle badplaatsen als Camps Bay, Clifton en Bantry Bay, waar het in de zomermaanden gezellig druk is. Tijdens de eerste uitstap in Kaapstad en omgeving zien we onder meer het gezellige Victoria & Albert Waterfront en de kleurrijke wijk Bo-Kaap. Na uw bezoek aan Kaapstad heeft u nog een vrije dag om lekker te acclimatiseren en de omgeving te verkennen.
Dag 5 en 6 – Clanwilliam – Afstand: 209 km
Vandaag begint de eerste dagetappe. U rijdt in noordelijke richting naar Clanwilliam, waar u twee nachten verblijft. Onderweg komt u door Citrusdal, een plaatsje dat bekendstaat om de citrusboomgaarden, warmwaterbronnen en de toegang tot het zuidelijke deel van de Cederberg. Dit is een mooie gelegenheid om even te pauzeren voor een lunch, een korte wandeling of een bezoek aan de warmwaterbronnen.
Clanwilliam
Clanwilliam is een van de oudste stadjes van Zuid-Afrika en staat bekend als centrum van de rooibostheeproductie. U kunt er een theeplantage of het Rooibos Tea House bezoeken. In deze periode wordt het stadje omringd door bloemenvelden en vormt het een goed startpunt voor het nabijgelegen Ramskop Nature Reserve. Vanuit Clanwilliam bereikt u ook de noordelijke toegang tot de Cederberg, met wandelroutes, grotten en locaties met eeuwenoude San-rotstekeningen.
Ramskop Nature Reserve
Dit natuurgebied ligt vlak buiten het centrum van Clanwilliam en telt meer dan 350 inheemse plantensoorten. Tijdens de bloei kleuren de velden rondom het meer en bekijkt u de bloemen via korte wandelpaden en uitzichtpunten.
Vrije dag
Op uw vrije dag in Clanwilliam kunt u het Ramskop Nature Reserve bezoeken, de rooibostheeplantages ontdekken of een tocht maken de Cederberg in.
Dag 7 – Lambert’s Bay – Afstand: 60 km
Van oorsprong is Lambert’s Bay een vissersplaatsje, maar tegenwoordig is het ook een toeristische bestemming. Het hele jaar door heerst hier een mild klimaat en de witte stranden, het voor de deur liggende vogelreservaat en de vers gevangen kreeften leveren Lamberts Bay de bijnaam ‘Diamant van de westkust’ op. Tijdens uw vrije middag in Lamberts Bay kunt u bijvoorbeeld het vogelreservaat Lambert’s Bay Bird Island Nature Reserve bezoeken, het broedgebied van onder meer Kaapse jan-van-genten en aalscholvers. Het Lambert’s Bay vogelreservaat ligt maar honderd meter uit de kust en is met een golfbreker met het vasteland verbonden. Het eiland is iets meer dan vier voetbalvelden groot en staat bekend om de duizenden blauwogige Kaapse jan-van-genten en aalscholvers die hier hun broedplaatsen hebben. Op de rotsen liggen zeehonden te zonnen. De uitkijktoren biedt een levendig panorama op het natuurschouwspel.
Dag 8 en 9 – Kamieskroon – Afstand: 250 km
Ook vandaag staat het kompas weer op het noorden gericht wanneer u naar Kamieskroon rijdt, gelegen in de provincie Noord-Kaap, een van de dunst bevolkte provincies van het land. U strijkt hier voor twee nachten op de camping neer. Het plaatsje Kamieskroon ligt op een zandige hoogvlakte, tussen de granieten Kamiesbergen. Kamieskroon ligt ook aan de zogenaamde ‘Namaqualand Flower Route’, de route van de wilde bloemen van Namaqualand, die tussen eind juli en begin oktober op zijn mooist is. Gedurende deze periode staan er steeds andere soorten in bloei, van oranje madelieven tot blauwe margrieten en nog veel meer andere variaties. Hoe uitbundig de velden van wilde bloemen zijn is natuurlijk ook afhankelijk van de hoeveelheid regenval in de voorafgaande winterperiode.
De tweede dag is een dag om naar eigen idee in de vullen. Maak bijvoorbeeld een uitstapje naar het Skilpad Wildflower Reserve, onderdeel van het Namaqua National Park, een natuurgebied dat aan de westkant grenst aan de Atlantische Oceaan.
Skilpad Wildflower Reserve
Vanwege de iets hogere ligging en de nabijheid van de oceaan is de regenval in dit gebied wat groter dan in het achterland. De hoeveelheid wilde bloemen is in augustus en september dan ook groter dan in de omgeving. De wegen in het Skilpad Wildflower Reserve zijn onverhard en dus niet zo geschikt om met een camper overheen te rijden. Maar er zijn prachtige wandelingen te maken vanaf het Skilpad Office, de entree tot het park. In dit seizoen is vooral de Skilpad Walking Trail mooi om te doen. Het is een rondwandeling van vijf kilometer langs diverse ‘bloementapijten’, grote velden vol met wilde bloemen. Dit is ook het woongebied van een van de kleinste schildpadsoorten ter wereld, de gezaagde platte schildpad, met een maximale schildlengte van tien centimeter. Pas op waar u loopt!
Dag 10 en 11 – Ai-Ais – Afstand: 310 km
Bij het plaatsje Vioolsdrift steekt u de grens over naar Namibië. De bestemming voor de komende twee nachten is een camping bij Ai-Ais in het Fish River Canyon Park, de op één na grootste canyon ter wereld. Beweging van aardlagen en de kracht van de Fish River hebben de Fish River Canyon gevormd en uitgeslepen. Na de Amerikaanse Grand Canyon is dit de de grootste canyon ter wereld. De getallen zijn indrukwekkend: 160 kilometer lang, 27 kilometer breed en 550 meter diep. De Fish River heeft in het droge seizoen (van april tot september) nauwelijks water in de bedding, vanwege de aangelegde Hardap Dam. Dat is ook de enige tijd van het jaar dat er (meerdaagse) trektochten in de canyon ondernomen mogen worden. Tijdens de overige maanden is het te gevaarlijk vanwege het water in de canyon en de hoge temperaturen.
Vanaf het uitkijkpunt Hell’s Bend heeft u het beste uitzicht. De oranjerode kleurschakeringen in de canyon zijn het mooist bij zonsopgang en zonsondergang.
U heeft een extra dag ter vrije besteding. Neem bijvoorbeeld een kijkje bij de warmwaterbronnen van de Ai-Ais Hot Springs en geniet van het warme water in het zwembad. Ai-Ais betekent ‘brandend water’ en refereert aan de 65 graden warme bron waarmee zowel het zwembad buiten als de spa binnen worden verwarmd.
Dag 12 – Hobas – Afstand 70 km
Maar een kort ritje vandaag! U rijdt een stukje verder naar het noorden en bereikt Hobas, waar u één nacht overnacht. Even ten westen van Hobas vindt u het Fish River Canyon Viewpoint. Onderweg kunnen we stoppen bij een lithops-kwekerij, dat zijn woestijnplantjes die op steentjes lijken. Naast de lithops loopt op het terrein een grote groep parelhoenders, evenals springbokkies en struisvogels. Daarbij is er een zwembad in een reservoir, een braaiplaats en een heerlijke lunch, wat dit tot een lustoord maakt.
Dag 13 – Aus – Afstand 295 km
Een lange rit brengt u verder naar het noordwesten. Over deels onverharde wegen bereikt u het plaatsje Aus, een spoorwegstadje, waar u ook weer één nacht kampeert. Aus betekent ‘slangenfontein’, verwijzend naar de hier aanwezige waterbron. In vroeger tijden was dit de laatste betrouwbare waterplaats voor de Namibwoestijn werd bereikt.
Dag 14 – Maltahöhe – Afstand: 253 km
Maltahöhe is een klein, rustig dorpje dat ooit ontstond als uitvalsbasis voor de omliggende schapen- en veeboerderijen. Langs de hoofdstraat vindt u een paar eenvoudige winkels, een tankstation en een bakkerij waar u vers brood kunt kopen voor onderweg. Het meest opvallende gebouw is de witte kerk uit het begin van de 20e eeuw, een herinnering aan de Duitse koloniale periode. De omgeving bestaat uit wijde vlaktes met hier en daar een kameeldoringboom en, met een beetje geluk, grazende oryxen of nieuwsgierige struisvogels. De sfeer in Maltahöhe gemoedelijk en het tempo ligt laag. Het is een handige plek om te tanken, boodschappen te doen of gewoon even de benen te strekken. Wie iets meer tijd heeft, kan bij een van de nabijgelegen boerderijen stoppen voor lokale producten of een praatje met de bewoners.
Dag 15 en 16 – Sesriem – Afstand: 167 km
Er wacht u een indrukwekkende rit door het onherbergzame woestijnlandschap van de Namibwoestijn. De bestemming voor twee nachten is het plaatsje Sesriem, aan de rand van Sossusvlei en het zuidelijke uiteinde van het Naukluft-gebergte.
Namibwoestijn
U ziet het zand steeds roder worden; kenmerkend voor deze streek. De zandweg kronkelt door het desolate landschap en voert langs verlaten dorpjes. Houd de ogen goed open, onderweg kunnen struisvogels, gemsbokken en zelfs jakhalzen de weg oversteken. Met een lengte van 1200 kilometer en een breedte van 160 kilometer beslaat deze woestijn vrijwel het hele westen van Namibië. Het is de oudste en de droogste woestijn ter wereld, waar bruine, rode en oranje kleurschakeringen de overhand hebben met zandduinen, diepe dalen en droge rivierbeddingen. De volgende dag kunt u de Sossusvlei bezoeken, in het oosten van het Namib-Naukluft National Park. Als u vroeg uit de veren bent is de spectaculaire zonsopgang over de zandduinen een extra bonus.
Sossusvlei
Op weg naar de bekende duinen van Sossusvlei en de witte kleivlakte van Dodevlei ziet u aan uw linkerhand Duin 45. Stop om deze uitdagende duin te beklimmen. De opkomende zon geeft de rode zandduinen een prachtige warme gloed en het uitzicht vanaf de duintop zal u nog lang bijblijven!
Dodevlei
Het hoogtepunt van de dag is echter deze ‘dode vallei’, die u te voet bereikt. Wanneer u eenmaal op de vaalgrijze kleipan staat, wordt u omringd door donkerrode zandduinen en het woud van versteende kameeldoornbomen geeft het landschap een bijna onaardse aanblik. Op de terugweg kunt u stoppen bij de Sesriem Canyon en een korte wandeling maken door deze kloof.
Dag 17 tot en met 19 – Swakopmund – Afstand: 265 km
Via een rit door de Kuiseb Canyon en het kurkdroge en vlakke deel van de Namibwoestijn, bereikt u in de loop van de dag de omgeving van de badplaats Swakopmund aan de Atlantische kust. Hier zet u voor drie nachten het kamp op.
Swakopmund
Het dorp ligt ingeklemd tussen de Atlantische Oceaan en de uitgestrekte woestijn. Ter plaatse kunt u veel ondernemen, zoals een boottocht op zoek naar dolfijnen, een bezoek aan een township of sandboarden. Een absolute aanrader is de Living Desert Tour-excursie in het Dorob National Park. Daar gaat u met een gepassioneerde gids op zoek naar de stille bewoners van de woestijn, waaronder gekko’s, slangen en spinnen. Vanuit het voertuig weet de gids de woestijnbewoners te spotten, waarna hij met u uitstapt om deze van dichterbij te bekijken! In het dorp verraden de Duits-koloniale architectuur, de deels Duitse straatnamen en hier en daar een bordje ‘Zimmer frei’ een stukje van het verleden. Swakopmund is de belangrijkste strandplaats van het land, hoewel de temperatuur van het zeewater vaak veel te wensen over laat. Langs het strand loopt een boulevard die zich uitstekend leent voor een wandelingetje.
Op de tweede dag in Swakopmund maakt u een dagje pas op de plaats om te relaxen aan het strand en/of het gezellige Swakopmund te verkennen. Of rijd de Welwitschia Drive.
Welwitschia mirabilis
De iconische plantensoort Welwitschia mirabilis groeit landinwaarts vanaf Swakopmund en staat ook op het wapen van Namibië. Deze laag bij de grond groeiende planten kunnen zo’n duizend jaar oud worden, maar zien er uit alsof ze regelmatig worden overreden… Ze staan symbool voor de eeuwige en diepgewortelde worsteling met de zon en de wind in de grote stilte van de oeraarde.
De laatste dag in de omgeving maken we een mooie boottocht langs de kust, op zoek naar dolfijnen, zeehonden, pelikanen en zeeschildpadden.
Er is in Swakopmund ‘s ochtends vrijwel altijd mist, die in de loop van de dag weer optrekt. Regenen doet het hier nauwelijks.
Dag 20 – Uis – Afstand: 194 km
Vanuit Swakopmund volgt u de kustweg naar Henties Bay. Ongeveer 14 kilometer voor u het dorp bereikt, komt u langs het Zeila-scheepswrak. Het ligt half in zee, omringd door zeevogels, en is makkelijk te bereiken via een korte afslag. In Henties Bay kunt u brandstof tanken, boodschappen doen of even het strand op lopen voor een frisse zeebries. Daarna gaat de route landinwaarts over een goed berijdbare gravelweg richting Uis. Het landschap verandert merkbaar: de zilte zeelucht maakt plaats voor droge woestijnlucht en open vlaktes. Vlak voor Uis ziet u de Brandberg opdoemen, vooral mooi in het late zonlicht. Rondom Uis is het landschap open en droog, en heeft u kans op het zien van springbokken en struisvogels langs de weg.
Tip: Heeft u wat extra tijd, rijd dan vanuit Henties Bay eerst naar Cape Cross. Hier leeft een enorme zeehondenkolonie die u vanaf een houten wandelpad van dichtbij bekijkt.
Dag 21 – Khorixas – Afstand: 126 km
U vertrekt vroeg in de ochtend, terwijl de sterren nog duidelijk zichtbaar zijn en de Himba-dorpen in stilte gehuld zijn. Langs de weg komt u af en toe kraampjes tegen en borden die waarschuwen voor olifanten. Het landschap wordt langzaam heuvelachtiger en steniger, waardoor de camper flink hobbelt over de onverharde weg. Er zijn vaak weinig mensen of voertuigen te zien, maar soms komt u een groep struisvogels tegen of ziet u hout te koop aangeboden langs de weg. Uiteindelijk arriveert u in Khorixas, de hoofdstad van Damaraland, waar u tijd heeft om uzelf rustig te installeren op de camping en verder te verkennen.
Dag 22 – Kamanjab – Afstand: 110 km
Vanuit Khorixas rijdt u noordwaarts richting Kamanjab. Het landschap bestaat uit open vlaktes, lage heuvels en hier en daar een groepje acaciabomen. U komt langs kleine nederzettingen en landbouwgebieden, en met een beetje geluk ziet u langs de weg giraffen, springbokken of wrattenzwijnen. Kamanjab is een klein dorp met tankstations, winkels en een paar restaurants, en is een uitvalsbasis voor het westelijke deel van Etosha National Park. In de omgeving wonen Himba-gemeenschappen, die onder begeleiding van een gids bezocht kunnen worden om meer te leren over hun tradities en leefwijze.
Dag 23 tot en met 26 – Etosha National Park – Afstand: 223 km
U reist in oostelijke richting met vandaag als eindbestemming Etosha National Park, een uniek wildreservaat. U verblijft totaal vier nachten in het park, verdeeld over drie verschillende campings.
Etosha National Park
Eén van de beste locaties in Namibië om wild te spotten is het kurkdroge en onherbergzame Etosha National Park. Het park ontleent zijn naam aan de vaalgrijze Etosha zoutpan, die in het regenseizoen deels onder water kan lopen. In deze periode strijkt een miljoen flamingo’s hier neer om te broeden. Of u nou met de eigen camper of onder begeleiding van een deskundige ranger het park verkent, een absoluut hoogtepunt zijn de tientallen drinkplaatsen die aan de rand van de zoutpan zijn gevormd.
Hier komen regelmatig grote kuddes olifanten hun dorst lessen, maar u kunt ook bijvoorbeeld leeuwen, zebra’s, olifanten, giraffen en zwarte neushoorns tegenkomen. Uiteraard zijn er in het park ook veel antilopen en vogels te vinden. Etosha betekent letterlijk ‘grote witte vlakte’ en dat is het dan ook.
Dag 27 en 28 – Grootfrontein – Afstand: 370 km
Verder in het oosten ligt de stad Grootfontein, centraal gelegen in een groot en vruchtbaar landbouwgebied. U blijft hier twee nachten. Er valt in dit gebied meer regen dan in de rest van het land waardoor hier katoen verbouwd kan worden, evenals verschillende groentesoorten. Ook vindt u in de omgeving veel veeboerderijen. Een dag om Grootfontein op eigen gelegenheid te verkennen. Breng een bezoek aan het fort-museum dat herinnert aan de Duits-koloniale periode toen hier een militair fort was om de ertsmijnen te bewaken. Of neem een kijkje bij de Hoba-meteoriet.
Hoba-meteoriet
Zo’n 80.000 jaar geleden sloeg de Hoba-meteoriet ten westen van Grootfontein op de aarde in, voor zover bekend de grootste en zwaarste op aarde. Hij is te bezichtigen op de Hoba-farm en maakt op de meeste mensen een behoorlijke indruk.
Dag 29 tot en met 31 – Divundu – Afstand: 460 km
Er staat een lange rit door het noordelijke deel van de Kalahariwoestijn op het programma, naar de smalle landstrook tussen Angola en Botswana. De Popa Falls zijn stroomversnellingen in Okavanga rivier. U kampeert hier twee nachten.
Kalahariwoestijn
Qua gemiddelde regenval, de graadmeter op woestijngebied, is de Kalahari eigenlijk geen woestijn, maar een halfwoestijn. De Kalahari is onderdeel van de enorme zandvlakte die zich uitstrekt over delen van Angola, Namibië, Botswana, Zimbabwe en Zuid-Afrika. Een beroemd beeld van dit gebied is dat van de zandplooien, ontstaan door de wind. Een ander fenomeen dat typisch is voor de Kalahari zijn de enorme bijennesten van de weverbijen die hier en daar aan de bomen hangen. U heeft de gelegenheid het nabijgelegen Mahango Game Park te bezoeken, dat onderdeel uitmaakt van het Bwabwata National Park.
Mahango Game Park
Kenmerkend in het park zijn de bijzondere baobabbomen, ook wel apenbroodbomen genoemd. Ze hebben een kenmerkende dikke stam en pas hoog in de boom vertakkingen die samen vaak als het ware een plat dak vormen. Er huizen hier grote kuddes olifanten en buffels.
Dag 32 – Katima Mulilo – Afstand: 320 km
Vanuit Divundu rijdt u verder oostwaarts door de smalle Caprivi-strook richting Katima Mulilo. Onderweg passeert u kleine dorpen, landbouwvelden en open bossavannes. Dit gebied maakt deel uit van verschillende natuurparken, waardoor er regelmatig kans is om olifanten of ander wild langs of zelfs op de weg te zien. Let dus goed op, vooral in de ochtend en namiddag. Katima Mulilo ligt aan de Zambezi-rivier en is de grootste plaats in de regio, met tankstations, supermarkten en markten waar u lokale producten kunt kopen. Vanavond geniet u van een gezamenlijke maaltijd in de vorm van een typisch Afrikaanse ‘braai’.
Dag 33 tot en met 35 – Kasane – Afstand: 130 km
Vandaag bereikt u Botswana. De bestemming voor de komende drie nachten is Kasane. Het plaatsje ligt vlakbij het punt waar de landen Botswana, Namibië, Zimbabwe en Zambia bijeenkomen, waarbij de rivieren de Chobe en de Zambezi de grenzen vormen.
Chobe Nationaal Park
Het park ligt aan de gelijknamige rivier en dit is het leefgebied van de gehele Big Five. Het landschap varieert van uitgestrekte graslanden, het ‘Hinterland’, tot moerassen, vooral in het droge seizoen (van april tot november) druk bezocht door impala’s, zebra’s en olifanten. De waterbronnen in het binnenland drogen dan namelijk op en de Chobe Rivier en aanliggend land wordt voor het wild van levensbelang. Het bijzondere van dit park is dat u zowel een land- als een riviersafari kunt maken en hiermee het wild vanuit verschillende perspectieven kunt gadeslaan. Tijdens een boottocht is het vooral een spectaculaire ervaring om in de buurt van nijlpaarden te komen. Vanmiddag beginnen we met het maken van een bootsafari.
Victoria Falls
We maken ons op voor een uitstap naar de wereldberoemde Victoria Falls in Zimbabwe. Dit bulderende natuurgeweld ligt op de grens van Zambia en Zimbabwe, in de Zambezi-rivier. Om hier te komen gaat u als voetganger met de ferry de rivier over, die hier de grens vormt tussen Zimbabwe en Zambia. Het water stort vanaf een hoogte van honderd meter naar beneden. Hiermee is het bij lange na niet de hoogste waterval ter wereld, maar vooral de breedte (ruim 1700 meter!) maakt het tot een overweldigend geheel. Afrikanen noemen de watervallen Mosi-oa-Tunya, ofwel ‘de rook die dondert’. Het in de diepte stortende water veroorzaakt namelijk een mistwolk van kleine waterdruppels, wat u vanaf een van de uitkijkpunten goed kunt waarnemen. De hoeveelheid water in Victoria Falls wisselt met de seizoenen. In het regenseizoen (van november tot maart) stort het meeste water naar beneden: tot 625 miljoen liter per minuut. Op sommige punten is het lawaai oorverdovend – u kunt elkaar moeilijk verstaan. Ook kunt u er flink nat worden, dus neem een regenjas mee.
Chobe Nationaal Park
In de ochtend maken we nog een mooie gamedrive door Chobe Nationaal Park en daarmee sluiten we onze bezoek aan dit onvergetelijke park af. Morgen stappen we weer in de camper voor de rit naar Nata.
Dag 36 – Nata – Afstand: 310 km
Reisdag naar Nata, de uitvalsbasis voor een bezoek aan de enorme zoutpannen van Makgadikgadi in de Kalahari. Zout zover het oog reikt. De desolate omgeving is het leefgebied van unieke – aan de woestijn aangepaste – diersoorten, zoals springbokken, vleermuisoorvossen en zelfs woestijnolifanten.
Dag 37 – Francistown – Afstand: 290 km
Op naar de voormalige mijnwerkersstad Francistown, waar u één nacht verblijft. Dit is een van de grootste steden in Botswana.
Francistown
Tijdens de eerste goudkoorts van zuidelijk Afrika was Francistown het middelpunt. Er zijn nog steeds oude en verlaten mijnen in de stad en omgeving te vinden. Ook staan er in het centrum nog diverse koloniale gebouwen. In het Supa Ngwao Museum komt u alles te weten over de geschiedenis van deze stad.
Dag 38 – Martin’s Drift – Afstand: 276 km
De rit naar Martin’s Drift voert u langs uitgestrekte grasvlaktes en kleine dorpen waar het dagelijks leven zich afspeelt langs de kant van de weg. In Palapye is het handig om te tanken en boodschappen te doen voordat u het laatste stuk naar de grens rijdt. Martin’s Drift is een kleine nederzetting die vooral bekendstaat om de drukke grensovergang met Zuid-Afrika. U overnacht vlak bij de grens, zodat u de volgende ochtend vroeg kunt oversteken naar Zuid-Afrika. Als u geluk heeft spot u bij de Limpopo-rivier nijlpaarden of krokodillen.
Dag 39 – Tshipise – Afstand: 361 km
U steekt de grens weer over, via een bijzonder avontuurlijke weg door een rivierbedding, terug naar Zuid-Afrika, waar ten zuiden van de grens met Zimbabwe het kamp wordt opgeslagen in Tshipise, in de provincie Limpopo. Als de aankomst niet te laat is kunt u bijvoorbeeld nog een wandeling in het Manavhela Ben Lavin Nature Reserve maken, aan de voet van de Soutpansberg. Tussen de bomen, het struikgewas en in het open veld spot u onder meer giraffen, zebra’s en gnoes, maar geen gevaarlijk wild.
Dag 40 – Punda Maria (Krugerpark) – Afstand: 175 km
Maak u op voor een uitgebreide kennismaking met Kruger Nationaal Park. U verblijft vijf nachten op vier verschillende campings in het park, te beginnen in het noorden. De kans is groot dat u de komende dagen de Big Five tegenkomt!
Kruger Nationaal Park
Hét hoogtepunt van Zuid-Afrika is en blijft het Krugerpark. Het landschap bestaat uit heuvels, savannes en tropische bossen. Met honderden vogelsoorten zoals de vechtarend, de witkopgier en de zadelbekooievaar. En veel groot wild, zoals impala’s, giraffen, wrattenzwijnen, hyena’s, zebra’s en natuurlijk de Big Five (olifant, leeuw, luipaard, buffel en neushoorn). De term ‘Big Five’ is een overblijfsel uit de tijd dat rijke Europeanen in Afrika jacht maakten op groot wild en staat voor de vijf gevaarlijkste dieren in de bush. Geweren hebben gelukkig plaatsgemaakt voor fotocamera’s, maar de term wordt nog steeds gebruikt. Er zijn zo’n 800 kilometer aan geasfalteerde wegen in het park, dus het is uitermate geschikt om zelf ‘op safari’ te gaan en de Big Five te proberen te spotten. De beste kans maakt u vroeg in de ochtend en aan het eind van de dag. Dan worden de dieren actief en heeft u de grootste kans ze te zien. De regio waar we vandaag verblijven staat bekend als de botanische tuin van het Kruger National park. U vindt er vele plantensoorten die uniek zijn voor deze omgeving. Houd uw ogen open want er is een kans om buffels of olifanten te spotten en dit deel van het park is een paradijs voor vogels.
Dag 41 – Letaba (Krugerpark) – Afstand: 175 km
U rijdt vandaag in zuidelijke richting door het Krugerpark, op weg naar de volgende camping. De safaribestemming is Letaba, ook in het park. Hier staat u één nacht. De rit door het park is een belevenis op zich, neem hier dan ook voldoende tijd voor. Stop bij drinkplaatsen om wilde dieren te spotten, hier kunt u zomaar een uur staan om te genieten van het uitzicht.
Dag 42 en 43 – Skukuza (Krugerpark) – Afstand: 165 km
De laatste twee nachten in het park verblijft u in Skukuza in het zuidelijk deel van Krugerpark. U kunt er iedere dag zelf op uittrekken om het park te verkennen. Ook kunt u ervoor kiezen om met een gids op pad te gaan en een extra vroege of late game drive te maken (op basis van beschikbaarheid). Wanneer de hekken van de camping nog gesloten zijn neemt een gids u mee op avontuur, een unieke beleving!
Dag 45 en 46 – Sabie – Afstand: 145 km
Via Blyde River Canyon, een van de natuurwonderen van Afrika, rijdt u naar Sabie voor twee nachten. Een dag om van deze prachtige omgeving te genieten. Liefhebbers van adembenemende uitzichten volgen de Panoramaroute. Tijdens de gezamenlijke maaltijd vanavond laat u in de verhalen de hele reis nog eens de revue passeren.
De Panoramaroute
Bij de Blyde River Canyon heeft u een prachtig uitzicht op het drie na grootste ravijn ter wereld met de Drie Rondavels. Neem ook een kijkje bij de Bourke’s Luck Potholes. Hier komen de rivieren Blyde en Treur samen, waardoor het water in snelle bewegingen ronddraait en cilindervormige gaten zijn ontstaan. Bij God’s Window reikt het zicht bij goed weer tot aan Mozambique.
Dag 47 – Bronkhorstspruit – Afstand: 295 km
Vandaag nog een wat langere rit in westelijke richting met als bestemming Bronkhorstspruit, ten oosten van Pretoria in de provincie Gauteng. Neem hier een kijkje in het Anton Smit Sculpture Park, een mooie beeldentuin.
Dag 48 en 49 – Johannesburg – Afstand: 90 km
Op de laatste dag rijdt u naar Johannesburg, waar de campers weer worden ingeleverd. De transferservice neemt u eerst mee voor een stadstour door Pretoria en brengt u daarna naar het vliegveld voor de vlucht naar Nederland.
Op dag 49 komt u in de ochtend aan op Schiphol. En daarmee is deze prachtige kampeerreis door zuidelijk Afrika helaas tot een einde gekomen.
Wijzigingen in het programma voorbehouden.